Heeft u vragen?
072 - 785 8085
06 - 4328 9695​
mail@dirlex.nl

ZERO TOLERANCE

Woningstichtingen in Nederland hanteren een zero tolerance beleid als het gaat om drugsoverlast. Als u vanuit uw woning een hennepkwekerij runt, dan start de woningstichting automatisch een procedure tegen u om tot ontruiming uit het gehuurde te komen tenzij u vrijwillig het gehuurde verlaat. Hetzelfde gebeurt als bijvoorbeeld meer dan 5 gram softdrugs in uw sociale huurwoning wordt aangetroffen. Meer dan 5 gram wordt als een handelshoeveelheid beschouwd en is strafbaar op grond van de Opiumwet.

Een zero tolerance beleid is een beleid waarbij zelfs het kleinste vergrijp (hard) wordt bestraft. Het nadeel van een dergelijk beleid is dat het extreme uitwassen creëert. Daar komt bij dat er geen maatwerk wordt geleverd in individuele gevallen. Daarom komen er veel twijfelgevallen bij de rechter. Een voorbeeld uit de rechtspraak leert dat een zero tolerancebeleid soms te ver kan doorschieten en de rechter dan ingrijpt. De zaak gaat als volgt.1

Een man huurt een woning van de woningstichting. Op enig moment gaat hij een week met vakantie. Zijn zoon leent de reservesleutel van het huis van zijn oma en legt in de kruipruimte van de woning een hennepplantage aan. Deze plantage met maar liefst 294 planten wordt ontdekt doordat er een kleine beetje rook uit de woning kwam en de brandweer een onderzoek instelde.

Deze man wist dus niet van de hennepplantage van zijn zoon. Er gaan maar weinig mensen regelmatig naar de kruipruimte. Deze man wist niet eens dat zijn zoon een sleutel had geleend van zijn oma (de moeder van de man). Toch vorderde de woningstichting de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming uit het gehuurde. Zero tolerance betekent immers dat geen enkele vorm van drugsoverlast kan worden geaccepteerd en het zero tolerancebeleid van woningstichtingen houdt in dat je als huurder verantwoordelijk bent voor wat er in het huurhuis gebeurt. Je bent ook voor gedragingen van mensen verantwoordelijk die met jouw goedvinden in het gehuurde verblijven.

In deze zaak stond vast dat de vader niet wist van de hennepkwekerij van zijn zoon en zijn zoon in de bewuste week ook niet met zijn toestemming in het gehuurde verbleef. Wel had de vader overigens zijn zoon toegestaan om af en toe in het tuinhuisje te verblijven. Maar ook deze toestemming was voor de rechter niet genoeg om de man uit het huurhuis te ontruimen.

Deze man mocht dus zijn woning houden, maar de aansprakelijkheid van een huurder voor alles wat er in zijn huis gebeurt gaat ver. Wees daarop bedacht. Deze zaak laat echter ook zien dat je soms tegen een voorgenomen ontruiming in geweer kan komen. Als u vragen heeft over uw zaak, dan kunt u bellen of mailen.


[1] Rechtbank Amsterdam, 7 juli 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:4865


Deel op social media

Loading